Een aardappelbekogeling en Samaipata

28 november 2016 - La Paz, Bolivia

Donderdag was onze laatste dag in Sucre, want ´s avonds om 18u zouden we de nachtbus nemen naar Samaipata, een dorpje tussen Sucre en Santa Cruz in. De bedoeling was dat we rond 06u ´s ochtends daar zouden aankomen, wat natuurlijk vroeg is, maar opzich wel prima (want al licht). De dag zelf hebben we niet zo heel veel gedaan, behalve nog een beetje rondgelopen en proviand gekocht voor de reis. Ik was inmiddels gelukkig weer aardig opgeknapt, maar een beetje rustig aan doen was nog steeds wel erg fijn. We backpacken natuurlijk ook wel in een vrij hoog tempo en willen veel zien, dus de rustdagen in Sucre hebben me echt wel goed gedaan. De busreis die ons te wachten stond was echter niet echt goed voor de zenuwen en de rust...

We vertrokken rond kwart over 6  ´s avonds met een touringcar die waarschijnlijk al zo´n 30 jaar op de weg reed. Om 7 uur is het dan donker (Bolivia is een beetje in de war qua zomer-wintertijd volgens ons), en de bus had geen verlichting binnen, dus daar zit je dan in het pikkedonker te koekeloeren. Vrij snel waren we Sucre uit, en belandden we op ´de grote weg naar Santa Cruz´. Dit was een bergweggetje, zonder vangrails of iets dergelijks, met behoorlijk pittige afgronden. We gingen er van uit dat dat maar even zou zijn, en dat het vanzelf beter zou worden, maar het werd eigenlijk alleen maar heftiger, zeker toen de verharde weg ophield en de weg overging in een hobbelige zandweg. Alle bagage in de bagagerekken boven onze hoofden schoof alle kanten op, net als wijzelf, en het was moeilijk om te ontspannen en te gaan slapen zo. Er was ook geen wc in de bus, dus af en toe was het stoppen in the middle of nowhere en dan trok iedereen op een rijtje eensgezind zijn broek omlaag in de berm. Erg bijzonder. Het toppunt (lees: dieptepunt) van de reis was dat er op een gegeven moment een opening ontstond in de zak aardappelen boven mijn hoofd, zodat ik rond een uurtje of 22 opeens iets hards op me voelde landen. Toen ik erachter was dat dit een aardappel was, en er vervolgens nog één viel, was de maat wel redelijk vol en vond ik het niet zo leuk meer. Maargoed, wat kun je er aan doen? Niks, helaas. Dus zo kreeg ik een mooi lesje in ´laat maar waaien, zo gaat dat hier, er rijden talloze bussen en je gaat vast niet dood´. Toch maar weer de oogjes dichtdoen en proberen verder te slapen dus! 

Om 4.30u keek ik eens op mijn telefoon, en zag ik tot mijn schrik dat het nog maar 8 km was naar het dorpje Samaipata, waar wij zouden uitstappen. Ik heb Irene en Marjolein toen maar wakker gemaakt, en na spoedberaad (shit moeten we nou nu al uitstappen? Maar het is nog donker! Ja maar gelukkig wordt het wel om half 6 licht. Ja maar kunnen we niet beter door naar Santa Cruz?) was de conclusie dat we gingen uitstappen. En zo geschiedde. Daar stonden we dan, om 4.45u, in het donker, op een kruising, en in de verte begon het al een beetje licht te worden. We konden gelukkig lachen om de hele situatie, en waren allang blij dat we nog in leven waren. We besloten om maar gewoon daar te blijven zitten, omdat daar nog enigszins wat gebeurde op straat, en wachtten rustig af tot het licht was. Rond een uurtje of 6 zijn we naar het centrale plein gelopen, en hebben daar tot 8 uur gewacht voor we naar het hostel gingen (waar we gelukkig al terecht konden). We waren moe, maar hadden wel zin om dingen te regelen, dus dat zijn we vervolgens maar gaan doen (na een stevige kop koffie overigens). 

We kwamen erachter dat je in Samaipata echt hele vette dingen kan doen! Waarvan met stip op 1 een bezoekje aan het Amboro National Park. Hier gingen we dus op zaterdag meteen heen. Dit park is fantastisch en heel bijzonder, want het ligt op de ´kruising´ tussen 3 natuurgebieden: de Andes, de Amazone en de Chaco. Kortom, een gebergte, een natte bende en laaggelegen warme vlaktes met elkaar gekruisd. Hierdoor is er een ´fern forest´ ontstaan, een regenwoud vol met varens. We wisten niet zo goed wat we ons daarbij voor moesten stellen, omdat we in Nederland natuurlijk ook wel varens hebben. Echter bleek al snel dat varens blijkbaar ook in boomvorm bestaan, en dat er daar varenbomen stonden van soms wel 20 meter hoog! Verder was het een echt regenwoud zoals je je dat voorstelt, namelijk een vochtige bodem en heeeeel veel planten. Én echte regenwoudgeluiden (Josse, Catijn, Evie: het leek Squad 7 wel)! Heel erg bijzonder om te zien! En ook de uitzichten waren prachtig, we zaten natuurlijk ook vrij hoog in de bergen!

De volgende dag gingen we vrolijk verder met de toerist uithangen: we gingen met de taxi naar El Fuerte (het fort), een plek waar de inca´s een soort offerplaats hadden gemaakt van een gigantische rots (ja, ik vind dit zelf ook een beetje een vage omschrijving, maar kan het niet beter uitleggen). Je had hier wel vrij veel fantasie voor nodig, omdat er nog maar een paar muurtjes overeind stonden en de rotstekeningen van bijvoorbeeld de jaguar of de poema meer leken op random krasjes van een kleuter. Maaaaarrr alsnog was het wel bijzonder om te zien, en er was veel te lezen over de incacultuur (interessant!). Vervolgens zijn we terug gaan lopen: een pittig tochtje van iets meer dan 10 kilometer door de heuvels. Erg leuk om te doen, en prima uit te houden bij een temperatuurtje van zo´n 25 graden en lekker veel wind. Toen we aan het einde van de dag terugkwamen, waren we wel helemaal kapot, en dus hebben we onszelf lekker getrakteerd op een aantal cocktails en een goed dinertje. 

Vandaag zijn we van Samaipata naar La Paz gegaan. Ik hoor jullie al denken: huh, hoe kan dat? Dat is zo´n grote afstand? Nou, dat zit dus als volgt: we waren he-le-maal klaar met de bussen hier, en hadden absoluut geen zin om 18 uur in de bus naar La Paz te gaan zitten en ons 18 uur zorgen te maken over ons leven. Dus besloten we om een binnenlandse vlucht te nemen vanaf Santa Cruz, en onze reistijd met 17 uur te verkorten (#winnings). Dit verliep allemaal vrij soepeltjes, we zaten vanmorgen om half 9 in de taxi, waren om half 12 op de luchthaven, vlogen om half 3, werden toen in de lucht even geraakt door de bliksem in een onweersbui, landden om half 4 ongedeerd (beter 1 uur je zorgen maken om je leven dan 18) en waren om half 5 in het hostel! Goed geregeld dus.

Eerste indruk van La Paz: GIGANTISCH. Wat een enorme stad! Het ligt in een soort kuil, en de hele complete kuil is volgebouwd met gebouwen. Het schijnt hier sowieso één grote heksenketel te zijn, maar dat gaan we morgen ontdekken! Nu gaan we even lekker een hapje eten en dan vroeg naar bed, zodat we morgen weer vol enthousiasme de stad kunnen ontdekken!

Foto’s